Havanezer

Meer informatie

Havanezer in historische context

Hoewel de Havanezer als ras pas tegen het einde van de 20-ste eeuw ontdekt werd is het eigenlijk een oud ras met een kleurrijke historie. Het is de enige nationale hond van Cuba. Op de foto rechts ziet u de beroemde Cubaanse Havanezer Puppy zoals afgebeeld op een oude Cubaanse postzegel. Deze postzegel maakte onderdeel uit van een collectie zegels uitgegeven voor de postzegel verzamelaars en liefhebbers.

Zoals het geval is met vele hondenrassen zo is ook de oorsprong van de Havanezer in mysterie gehuld. Over het ontstaan van het ras bestaan er verschillende verhalen. Het is niet ondenkbaar dat meerdere theorieën de enige waarheid bevatten en dat de Havanezer uit een combinatie van gebeurtenissen is ontstaan. Waarschijnlijk zullen we de waarheid nooit met zekerheid kunnen achterhalen, maar ik geef hieronder in het kort de theorie afkomstig uit het boek 'Havanese: A Comprehensive Guide to Owning and Caring for Your Dog' geschreven door de Cubaanse Zoila Portuondo Guerra (voor meer info over het boek zie onder 'Boekenkast').

De Bichon rassen

Van oorsprong een Frans woord 'Bichon' betekent zoeits als 'zachte hond' en is zeer waarschijnlijk een afkorting van het woord 'Barbichon' oftewel 'kleine gebaarde'. Deze hondjes waren Barbet-achtig van type, maar klein en vandaar Barbichons dus. Barbets refereert naar een oud type van water spanielachtige honden welke op huidige Poedels leken, en er wordt gedacht dat alle Bichons van deze Barbets afstammen. In de loop der tijd is het woord Bichon een synoniem geworden voor een langharig klein hondje met een warme, mens georiënteerde persoonlijkheid. Binnen de kynologische kringen zijn Bichons alle honden met dezelfde verre voorouders.

De Havanezer is een gezelschapshond die behoort tot de Bichongroep. Deze bestaat verder uit de Bichon Frisé, de Maltezer, de Bolognezer, de Coton de Tuléar en het Leeuwhondje, (het nog niet door de FCI erkend ras Bolonka Zwetna afkomstig uit de voormalige Sovjetunie wordt ook tot de Bichongroep gerekend). Onder de algemene naam Bichons waren dit soort honden eeuwenlang in heel Europa te vinden.

Honden van het Bichon type zijn al heel oud dus. Sommige bronnen wijzen er op dat ze zelfs bekend waren in het oude Griekenland. Een aantal eeuwen later kon men deze Bichons in alle landen rond het Middellandse Zeegebied vinden, en het is tijdens de Renaissance periode dat ze in Europa heel populair werden. Gedurende het kolonialisme in 15de en 16de eeuw werden deze kleine bichonachtige hondjes door Spanjaarden ook in andere werelddelen geïntroduceerd. In sommige van deze landen werden ze gekruist met andere honden van vergelijkbaar uiterlijk, al naargelang de locale smaak en cultuur, en zo ontstonden de verschillende Bichon rassen die we vandaag de dag kennen.

Voor wie meer over Bichons wil lezen is de volgende website zeer aan te bevelen: bingweb.binghamton.edu/~eshephar/bichoninart/bichoninart.html

De ontwikkeling van de Havanezer

Toen de Spanjaarden voor het eerst naar Cuba kwamen brachten ze een aantal honderassen met zich mee. Dit waren voornamelijk rassen die op de een of andere manier nuttig waren, zoals verschillende waak- jacht- en werkhonden. Nadat de eerste roerige veroveringsjaren voorbij waren en sommige Spanjaarden samen met hun families in Cuba in alle rust gesetteld waren brachten ze ook hun kleine gezelschapshonden mee. Deze kleine hondjes waren charmant, alert, met zijdezacht haar, gefokt door de welgestelde mensen puur voor de kunstjes en vermaak die ze boden.

Dit alles leidt tot de conclusie dat de meest waarschijnlijke oorsprong van de Havanezer teruggaat naar de Spaanse waterhonden en honden van het Bichon type alsook andere vergelijkbare honden meegebracht door Spanjaarden. Ander klimaat, dieet, gebruiken en mode/smaak maakte dat deze honden zich aanpastten aan de locale omstandigheden, en zo ontstond na verloop van tijd een geheel ander hondje. Dit hondje was kleiner dan zijn voorouders, met een geheel wit zijdeachtig vacht. Dit is meest waarschijnlijk de manier waarop het Cubaans ras "Blanquito de la Habana" is ontstaan.

Op de foto rechts ziet u de schilderij van de beroemde Cubaanse portrait schilder Vincente Escobar (1757-1854) waarop uitgebeeld een jonge dame met de kleine Blanquito de la Habana op haar arm. Dit is de vroegste en enigste schilderij van het tegenwoordig uitgestorven ras Blanquito de la Habana. Het origineel bevindt zich in de archieven van het Nationale Museum voor Schone Kunsten in de Cubaanse hoofdstad Havana.

Hoeweel de Spanjaarden er alles aan deden om hun koloniale macht over de Caraïben te behouden hadden ze de maritieme kracht niet om andere koloniale machten buiten het gebied te houden. Haïti, dat eerst een Spaanse kolonie was, kwam later in Franse handen. Toen er revolutie uitbrak op de Franse Haïti (gedurende de jaren 1791—1804) vluchtten er duizenden Franse kolonialisten naar Cuba. Ze brachten niet alleen hun rijkdom, smaak en cultuur maar ook hun honden mee, en zo maakte Cuba kennis met de Poedel.

Met de komst van de Fransen en hun Poedels begon de geleidelijke transformatie van de Blanquito de la Habana. Zo ontstond in de loop van de 19e eeuw uit de kruisingen tussen de Poedels en de Blanquitos de huidige Havanezer. De toevoeging van de Poedel zorgde voor de vele kleuren die we vandaag de dag bij de Havanezers zien en ook voor een wat grotere hond dan de Blanquito was. Net zoals Blanquito voorheen, zo werd ook de Havanezer een populaire hond van de (koloniale) aristocratie.

De Havanezer in Noord Amerika en Europa

Tijdens de jaren 50 van de 20ste eeuw brak de Cubaanse Revolutie uit (1953–1959). Veel, vooral rijkere Cubanen, besloten hun land te ontvluchten en enkelen lukte het hun honden meet te nemen. Toen de Amerikaanse hondenfokster Dorothy Goodale (ze fokte in het verleden onder andere ook Löwchens, een ander Bichon ras dus), over deze onbekende hondjes hoorde was haar nieuwgierigheid gewekt, en ze ging op zoek naar meer informatie. Medio jaren '70 van de vorige eeuw kwam ze een advertentie tegen waarin een aantal Havanezers te koop werden aangeboden. Zo kocht ze 6 van deze honden: een teef met haar vier puppies en een niet aan de teef verwante reu. Ze vond deze honden zo geweldig dat ze besloot om op zoek te gaan naar nog meer van deze honden. Door middel van adverteren luktte het haar om nog eens vijf Havanezers te traceren en te kopen. Met deze groep van 11 honden begon in 1975 dus het fokken van Havanezers in Noord Amerika. Mevrouw Gooddale gebruikte als leidraad in haar fokprogramma de eerste Havanezer rasstandard dat al in 1963 door de FCI werd opgemaakt.

In 1982 kwamen de eerste twee Havanezers Europa binnen (Duitsland). S.R.R.'s Mister Sandman, geboren op 5-2-1981, was de eerste Havanezer reu in Europa, en S.R.R.'s Cuban Doll O' Pillowtalk was de eerste Havanezer teef in Europa (beide geïmporteerd in Duitsland). Twee jaar later volgde Nederland met haar eerste import Havanezers.

De Havanezer op Cuba

Hoeweel de Havanezer een favoriet was van vele Cubaanse families (na de revolutie was het niet langer een hondje van alleen maar de rijken), waren ze zich niet echt van bewust dat ze met een appart ras te maken hadden. Havanezers werden toen voornamelijk door hun eigenaren gefokt, als cadeau voor andere familieleden of vrienden, maar niets werd gedocumenteerd. Pas toen het ras in Noord Amerika populair werd werden de mensen op Cuba zich van bewust dat ze iets moesten doen wilden ze het ras op Cuba behouden. Zodoende werd in 1991 de eerste Cubaanse Havanezer Club opgericht, 'El Club Cubano del Bichon Habanero' (CCBH)

Deze groep toegewijde mensen binnen de club maakte zich sterk het ras verder te ontwikkelen. Ze zijn hun fokprogramma met een stuk of 15 honden gestart. Puppy, Yoki, Lassie, Fifi, Bella, Yeti, Dolly, Sissi, Coquito, Tito, om maar enkele van deze 'founders' te noemen (de eerste geregistreerde honden binnen een ras worden de 'founders' genoemd, grondleggers/oprichters). Later in de jaren '90 zijn er nog een aantal honden aan het programma toegevoegd. Op dit moment zijn er zo rond duizend geregistreerde Havanezers op Cuba te vinden en hun aantal groeit gestaag.

In haar boek ‘Havanese’ schrijft Zoila Portuondo Guerra het volgende:

‘The Havanese is the Cuban interpretation of the Bichon lapdog so abundant in Europe since the Renaissance. Like the Blanquito de la Habana before it, the Havanese was the pet of the colonial aristocracy until the beginning of the 20th century, when North American tastes were imposed, producing a change in canine fashion and preference. From that moment on, the Havanese was no longer the indulged mascot of the wealthy and became, instead, the daring and affectionate friend of the common people of the city. It continued to be bred in Cuba all through the 20th century (especially as a pet) because it remained the preferred dog of the Cuban family.… During the last quarter of the 20th century, however, its breeding has been notably increased and it has become not just a companion but a valued show dog, enjoying great success because of its grace and happy disposition.’