Havanezer

Meer informatie

Over hondenshows

Sinds een aantal jaar is het showen van fokhonden niet langer verplicht binnen de Havanezer Club Nederland (HCN). Gelukkig maar, want dit betekent dat er meer honden voor de fokkerij kunnen worden ingezet.

Zo’n beetje elke hond, kan vroeg of laat, een kampioen worden (mits de hond natuurlijk geen diskwalificerende fouten heeft!).
De voorwaarden hiervoor zijn veel shows lopen en voldoende tijd en geld ervoor over hebben. Natuurlijk helpt het ook de keurmeesters te kennen en te weten wat voor honden een bepaalde keurmeester verkiest. De een vindt een kleinere Havanezer meer correct, de ander ziet ze graag groter etc.

De Havanezer is een langharige hond en dient met een lange goed verzorgde vacht in de showring voorgebracht te worden. Een vacht die te lijden heeft gehad door lekker rennen door het bos, zwemmen of spelen met andere honden wordt vaak bestraft met een lagere kwalificatie dan de hond verdient. De vacht wordt dan als niet ‘in showconditie’ bestempeld. Het zal u misschien ongelofelijk in de oren klinken maar er zijn daadwerkelijk mensen met langharige rassen die dit soort natuurlijk gedrag bij hun honden zoveel mogelijk beperken om de vacht in ‘goede showconditie’ te houden.

Het neemt jaren in beslag om alle subtiele aspecten van een specifiek ras te leren kennen. In het geval van Havanezers zijn er bijvoorbeeld weinig tot geen rasspecialistische keurmeesters beschikbaar, waardoor de Havanezer exposanten vaak aangewezen zijn op de zogenaamde ‘allrounders‘ (keurmeesters die alle rassen mogen keuren en vaak bar weinig van het ras Havanezer weten)”. Toch zijn, samen met de fokkers, juist dit de mensen die een groot invloed uitoefenen op de toekomst van het ras door de keuzes die ze maken: een reu die bijv. tot wereldkampioen wordt uitgeroepen wordt vaak veelvuldig gebruikt, omdat veel mensen graag nakomelingen van zo’n kampioen willen (ook al weten de meesten al dat mooie honden niet per definitie allemaal mooie honden geven).

Door dit alles kies ik ervoor om met mijn honden geen showkampioen titels na te gaan jagen. Ik verkies leuke, hondvriendelijke dingen met mijn honden te ondernemen i.p.v. ze de hele dag in een drukke zaal vol blaffende, gestreste honden (vaak in de bench) te laten doorbrengen. Die paar minuten die ze in de showring mogen rond paraderen, om gekeurd te worden door een keurmeester die niet veel van het ras weet, zijn me simpelweg de moeite niet waard. Ik wil mijn honden in de eerste plaats een hondwaardig leven laten leiden: ze mogen dagelijks in het zand rollen, zwemmen, door de bossen en struiken rennen, elkaar najagen en aan elkaars staarten en oren trekken.

Dit alles wil echter niet zeggen dat ik nooit met mijn honden naar de shows zal gaan, maar dat showen voor mij persoonlijk geen belangrijke rol speelt. Als iemand het showen leuk vindt dan is dat prima. Het is dan ook heel erg leuk als een keurmeester je hond een prachtige rasvertegenwoordiger vindt en deze met een titel beloont. Het moet alleen niet zo zijn dat showen als een eis wordt gesteld binnen de rasverenigingen. Ik leg hieronder uit waarom ik dit vind.

Er is namelijk een heel belangrijk aspect aan het hele showgebeuren dat voor problemen kan zorgen: schoonheid als leidraad bij het fokken van rashonden, want dit is waar het showen uiteindelijk naartoe leidt. Dit wil niet zeggen dat mensen met welk hond dan ook moeten gaan fokken, maar te strenge selectie op uiterlijke kenmerken is gevaarlijk.

‘Op tentoonstellingen en shows wordt bij de rashonden bij de beoordelingen sterk gelet op de uiterlijke raskenmerken. De winnaars worden door de fokkers bij voorkeur gebruikt als ouderdieren. Dit leidt tot een (te) strenge selectie op uiterlijke kenmerken en tot een klein aantal ouderdieren dat daadwerkelijk bijdraagt aan de volgende generatie. Daarom hebben op dit moment in veel hondenrassen de pups van fokdieren in het algemeen een hoog inteeltpercentage. Wanneer de ouderdieren waaruit het ras gevormd is drager waren van een erfelijke aandoening, kan deze zich breed verspreid hebben in het ras en zijn er veel honden drager geworden. Een hoog inteeltpercentage leidt in een dergelijk ras dan tot een hoog percentage van lijders aan die erfelijke aandoening. In de hondenfokkerij is het niet alleen belangrijk om veel aandacht te besteden aan het gebruiksdoel voor de honden en de rasstandaard, maar het is ook belangrijk om de risico’s van de geboorte van pups met erfelijke aandoeningen te verlagen. Het verlagen van de inteelt verlaagt dat risico sterk. Want wanneer er erfelijke aandoeningen in een populatie voorkomen, bepalen de frequentie van voorkomen en de mate van inteelt de kans waarmee lijders van erfelijke aandoeningen geboren worden.’*

Bron: het handboek ‘Fokken van rashonden’ beschikbaar bij de Raad van Beheer.

Ondertussen zijn velen het met de volgende stelling van de Raad van Beheer (overkoepelende organisatie op het gebied van (ras)honden) eens: bij het fokken van rashonden zouden gezondheid en welzijn van ouderdieren en pups leidend moeten zijn. Pas als hieraan is voldaan, komt het uiterlijk. Hondenshows (ontstaan in de tweede helft van de 19de eeuw) zijn echter dé reden dat het fokken op uiterlijk nog steeds blijft doorgaan.

De nalatenschap van meer dan een eeuw hondententoonstellingen is best groot: selectie op uiterlijk en overselectie (een goed en gezond rasexemplaar wordt van de fokkerij uitgesloten omdat zijn staart net iets ‘te laag’ zit), populaire dekreuen, toenemende verwantschap binnen alle rassen (want iedereen wil de nakomelingen van de winnende honden hebben natuurlijk) en de lijst gaat door. Om nog niet te spreken van schadelijke erfelijke raskenmerken. Overdreven uiterlijke kenmerken zijn het directe resultaat van het showwereldje: snuiten die steeds korten moeten, ronde kleine hoofden die nog kleiner en ronder worden, uitpuilende ogen, excessieve huidplooien, allemaal kenmerken die tot het extreme worden doorgedreven omdat dat nou eenmaal in de showring wint.

Dit alles tezamen leidt tot een krimpende genenpool binnen alle rashonden populaties. Krimpende genenpool betekent meer genetische aandoeningen. Zo simpel is het, al zijn er helaas nog steeds mensen die deze waarheid niet onder ogen willen zien.

De HCN is een vooruitstrevende club en ik ben heel blij deel uit te maken van een club die als een van de eerste verplicht showen heeft afgeschaft. Hierdoor mag men met goede rasexemplaren fokken die bijvoorbeeld kort geknipt zijn en daardoor niet geshowd kunnen worden. Of met een hond die het showen absoluut niet leuk vindt, maar verder een super karakter, gezondheid en uiterlijk heeft.
Dat het verplicht showen is afgeschaft wil absoluut niet zeggen dat de HCN club geen fokbeleid heeft, maar dat dit fokbeleid in de eerste plaats is gericht op het gezond houden van ons ras. Hopelijk zullen er nog meer rasverenigingen volgen: showeis afschaffen i.p.v. verder opschroeven zoals helaas het geval is bij sommige rashondenverenigingen. Dit kan de doodsteek zijn voor vele van de hondenrassen.

N.B. Natuurlijk vind ik het belangrijk dat mijn Havanezers en hun eventuele nakomelingen voldoen aan de rasstandaard, maar showen is niet de enige manier om het exterieur van de honden te laten keuren. Men kan veel meer leren van mensen die al jarenlang met het ras bezig zijn, door urenlange discussies met andere rasliefhebbers, en door zich te verdiepen in de rasstandaard. Verder worden er veel leerzame en leuke exterieurdagen en cursussen door de vele hondenclubs georganiseerd. Op zo’n dag ligt het aspect op leren i.p.v. competitief bezig zijn. Daarnaast zijn er vele specialistische hondenboeken te koop die een leergierig iemand genoeg stof tot leren bieden.